De bevoegdheid om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de EU bestaat al sinds jaar en dag. Toch wordt er in de praktijk zelden gebruik van gemaakt in het Nederlandse (bestuurs)strafrecht. Voor de gemiddelde rechter, officier van justitie en advocaat/gemachtigde gaat het om een onbekende procedure en kennelijk maakt onbekend onbemind. Doel van deze cursus is daar verandering in te brengen door uitgebreid de ins & outs van de prejudiciële procedure te bespreken en dan met name de voor de praktijk relevante aspecten daarvan die niet in een handboek zijn terug te vinden. Uitgangspunt is daarbij steeds het perspectief van alle procesdeelnemers en in het bijzonder de rechter.
Daarnaast bestaat sinds 1 oktober 2022 de mogelijkheid om prejudiciële vragen voor te leggen aan de strafkamer van de Hoge Raad. Met deze prejudiciële procedure kan de Hoge Raad op redelijk korte termijn antwoord geven op rechtsvragen zodat de rechters in een rechtbank of gerechtshof verder kunnen met de afhandeling van hun zaak of zaken. Tijdens het tweede deel van deze cursus komt het stellen van prejudiciële vragen aan de strafkamer van de Hoge Raad aan bod.
Tot slot wordt in deze cursus ingegaan op de in 2019 door het Zestiende Protocol geïntroduceerde mogelijkheid om prejudiciële vragen te stellen aan het EHRM.
Programma
Deel 1: Prejudiciële vragen stellen aan het Hof van Justitie van de EU
Relevante juridisch kader
Rol van de rechter, het Openbaar Ministerie en de advocatuur
Strategisch selecteren van geschikte zaken voor prejudiciële vragen
Aanloop naar prejudiciële vragen (voornemen rechtbank, horen partijen etc.)
Formuleren van de vragen zelf: do’s en don’ts;
Opstellen van de verwijzingsuitspraak;
Verloop van de prejudiciële procedure in Luxemburg;
Rol van de Nederlandse regering en de andere procesdeelnemers;
Hoe verder als het HvJ EU uitspraak heeft gedaan?
Prejudiciële spoedprocedure (PPU/PPA)
Oefening met een casus
Deel 2: Prejudiciële vragen stellen aan de Hoge Raad
De voor- en nadelen van de prejudiciële procedure
Wanneer een prejudiciële vraag kan worden gesteld
Aan welke vereisten de vraag moet voldoen
Oefening met een casus
Deel 3: EHRM
adviesverzoeken aan het EHRM (Zestiende Protocol)
Juridisch kader
De procedure bij het EHRM in vogelvlucht
Zaken tot dusverre
Over de docenten
Thom Dieben, advocaat-partner bij JahaeRaymakers Advocaten en voormalig docent (Europees) straf(proces)recht aan de Universiteit Maastricht. Hij treedt met regelmaat op in procedures bij het EHRM en grensoverschrijdende strafzaken waaronder uit- en overleveringsprocedures. Als advocaat was hij betrokken bij diverse prejudiciële procedures bij het HvJ EU.
Jurian Langer, ‘agent’ (procesgemachtigde) voor de Nederlandse regering in procedures bij het EU-Hof en hoofd van het Hofcluster bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij is tevens bijzonder hoogleraar Europees recht en de nationale rechtsorde aan de RUG.
Vincent Glerum werkt sinds 1995 bij de Rechtbank Amsterdam. Zijn huidige functie is stafjurist van de Kennisgroep Europees Strafrecht en Mensenrechten. Als griffer van de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de Rechtbank Amsterdam was hij betrokken bij vele door deze rechtbank gestelde prejudiciële vragen aan het HvJ EU. Vincent is tevens bijzonder hoogleraar Internationaal en Europees Strafrecht aan de RUG.
Doelgroep
Advocaten
(overheids)juristen
Toezichthouders
Openbaar Ministerie
Rechterlijke macht
Politie
Bijzondere opsporingsdiensten