Tijdens deze update wordt de meest in het oog springende jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) van het afgelopen jaar besproken. Daarbij komt tevens de relevantie van deze uitspraken voor de (strafrechts)praktijk aan bod.
Docenten
Thom Dieben, advocaat-partner bij JahaeRaymakers Advocaten en voormalig docent (Europees) straf(proces)recht aan de Universiteit Maastricht. Hij treedt met regelmaat op in grensoverschrijdende strafzaken waaronder uit- en overleveringsprocedures. Als advocaat was hij betrokken bij diverse prejudiciële procedures bij het Hof van Justitie van de EU (C-571/17 PPU -Ardic; C-573/17; Poplawski II; C-492/18 PPU - TC; C-314/18 – SF).
Jurian Langer, ‘agent’ (procesgemachtigde) voor de Nederlandse regering in procedures bij het EU-Hof en hoofd van het Hofcluster bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij is ook bijzonder hoogleraar Europees recht en de nationale rechtsorde aan de RUG.