Het fenomeen witwassen is tegenwoordig niet meer uit het Nederlandse strafrecht weg te denken. Sinds de invoering in 2001 hebben de strafbaarstellingen van witwassen een hoge vlucht genomen. Mede als gevolg van het zeer ruime toepassingsbereik en het voortdurende karakter van het delict, vormen de strafbaarstellingen een belangrijk middel in de bestrijding van crimineel vermogen.
Ook in de sfeer van het financieel-economisch en fiscaal strafrecht nemen de strafbaarstellingen van witwassen een prominente plaats in. Elk misdrijf dat een financiële opbrengst heeft kan immers in potentie aanleiding geven om (ook) een vervolging wegens witwassen te initiëren. In de praktijk blijkt ook dat het Openbaar Ministerie de repressieve aanpak van witwassen intensiveert. Bestudering van de rechtspraak leert dat de strafbaarstellingen in het financieel-economisch strafrecht fungeren als delict ter aanvulling naast het gronddelict én als delict ter vervanging van een (mogelijk) gronddelict. Op deze manier wordt strafrechtelijke aansprakelijkheid via de witwasbepalingen verzwaard en uitgebreid. De strafbaarstellingen van witwassen worden bovendien al lang niet meer alleen ingezet tegen (rechts)personen die direct betrokken zijn bij criminele activiteiten. Ook dienstverleners die hiertoe gelegenheid verschaffen worden met regelmaat vervolgd voor witwassen.
Evenmin bestaat de bestrijding van witwassen nog uit een louter repressieve aanpak. Op grond van de Wet voorkoming witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) zijn allerlei “instellingen” – zoals banken, financiële dienstverleners, accountants, notarissen, advocaten, goederenhandelaren – verplicht om witwassen tegen te gaan. Niet-naleving van de verplichtingen uit de Wwft leidt niet zelden tot strafrechtelijke interventie, zoals blijkt uit het onderzoek Houston tegen ING. Bij dit alles komt dat de ontwikkelingen ter bestrijding van witwassen elkaar in hoog tempo opvolgen, zowel op het gebied van (internationale) wetgeving als in de rechtspraak.
Tijdens deze cursus worden alle facetten van witwassen uitgebreid behandeld. De cursus is gericht op advocaten, officieren van justitie, (bijzondere) opsporingsambtenaren, handhavers, toezichthouders, rechters, dienstverleners, beleidsmakers en compliance professionals die zich willen verdiepen in het materiële recht van witwassen en de toepassing ervan in de praktijk.
Programma
De volgende onderwerpen zullen onder andere aan bod komen:
Fenomenologische en juridische definitie van witwassen
Fasen van witwassen
Speerpunten en trends
Internationale verdragen en Europese wet- en regelgeving m.b.t. witwassen
Verdieping inhoud en reikwijdte strafbaarstellingen witwassen
Witwashandelingen
Bewijs van de criminele herkomst (stappenplan bij zowel rechtstreeks verband als onbekend gronddelict)
Vermenging
Zwijgrecht en onschuldpresumptie
Opzet- vs. schuldwitwassen
Gewoontewitwassen
Kwalificatie-uitsluitingsgronden (o.a. voor voorwerpen uit eigen misdrijf afkomstig)
Eenvoudig (schuld)witwassen
Sanctionering (o.a. ontneming en verbeurdverklaring)
Aandachtspunten witwassen in het financieel-economisch strafrecht
Witwassen als cumulatie van gronddelict;
Witwassen als substituut van gronddelict;
Dienstverleners en witwassen
Witwassen i.c.m. financieel-economisch gerelateerde delicten (zoals valsheid in geschrift, milieudelicten, fiscale strafbare feiten en de Wwft).
Actuele en verwachte ontwikkelingen
Doelgroep
Advocaten
Openbaar Ministerie
(Bijzondere) opsporingsambtenaren (politie, FIOD, etc.)
Handhavers en toezichthouders
Rechterlijke macht
Notarissen
Accountants
Banken
Compliance professionals
Overheids- en bedrijfsjuristen
Academici